Lokale verwarming


Onder lokale verwarming wordt verstaan: houtkachels, gevelkachels, gashaarden, gasheaters etc. die in 1 gewenste ruimte worden geplaatst. Dit wordt veelal in woonhuizen toegepast waar geen centrale warmtebron aanwezig is. Uiteraard hebben deze toestellen een afzonderlijke rookgasafvoer en een gasleiding nodig. 

 

Gevelkachels zijn gaskachels die vanzelfsprekend aan de gevel worden gemonteerd en derhalve wordt de rookgasafvoer/luchttoevoer direct aan de achterzijde van het toestel door de muur gemonteerd. Gaskachels en gashaarden kunnen uitgevoerd zijn in een open en een gesloten uitvoering. De open toestellen zijn uitlopend en worden zelden gemonteerd in de nieuwbouw. Gesloten toestellen daarentegen wel. Deze zijn ook een stuk veiliger door de gegarandeerde verse luchttoevoer. De rookgasafvoer voor deze toestellen zijn doorgaans concentrische afvoeren (rookgas binnenpijp en luchttoevoer buitenpijp). Tevens is het mogelijk om deze toestellen met een flexibel kanaal aan te sluiten in bestaande gemetselde schoorstenen. 


Houtkachels hebben een dubbelwandige geisoleerde rookgasafvoer nodig. Het is belangrijk om deze afvoeren volgens de richtlijnen te installeren en te voorzien van een betrouwbare brandwerende omtimmering. De luchttoevoer voor de openhaard wordt doorgaans onder de openhaard en dus onder de vloer gemonteerd. Deze luchttoevoer voorziet de openhaard van verse buitenlucht voor een volledige verbranding van de brandstof (hout)

 


Gasheaters worden toegepast in garage’s en werkplaatsen. Het voordeel van deze systemen zijn de directe afgifte van warmte. Wel hebben deze toestellen weer een eigen gasleiding en rookgasafvoer nodig.